Thomas a Kempis over de kracht van liefde
Ieder mens verlangt ernaar zich onvoorwaardelijk veilig en geliefd te voelen bij belangrijke mensen in zijn/haar leven. Dat is één van de uitgangspunten in Gentle Teaching. Om iemand zich geliefd te laten voelen, moet je hem met liefde benaderen. Sommige hulpverleners vinden dit lastig in de relatie met iemand die ze begeleiden. Ze hebben het idee dat ze professionele afstand moeten bewaren, omdat het werk anders te zwaar is.
Ze zijn zich er niet van bewust dat liefde (of compassie) juist een enorme krachtige energie is die niet alleen de ontvanger van de liefde sterker maakt, maar ook jezelf. Ik leg hier altijd veel nadruk op in de trainingen Gentle Teaching.
Ik las deze dagen het boek ‘Uit de navolging van Christus’ van Thomas a Kempis. Ik ben geen Christen, maar ik vind het wel altijd boeiend te lezen wat grote denkers uit verschillende tradities schrijven. Thomas a Kempis shreef dit boek meer dan 600 jaar geleden, maar wat er in staat is nog steeds heel bruikbaar en niet alleen voor mensen die in God en Jezus geloven.
Ik kwam een paar mooie passages over liefde en onvoorwaardelijkheid tegen, die ik zo zou kunnen vertalen naar gentle teaching.
De liefde waakt en in haar slaap slaapt ze niet. Als zij zich afslooft, wordt ze niet moe; als ze in de knel raakt, zit ze niet bekneld; als ze beangstigd wordt, raakt ze niet in verwarring, maar gelijk een levend vuur schiet zij naar boven en gaat onbekommerd door alles heen.
Kempis laat zien dat de liefde, als deze eenmaal is aangewakkerd, altijd aanwezig is en een kracht heeft dit het mogelijk maakt in moeilijke tijden overeind te blijven.
De volgende passage gaat over de onvoorwaardelijkheid die in Gentle Teaching zo belangrijk is.
Wie lief heeft moet alle hardheden en bitterheden ter willen van zijn Beminde met graagte omhelzen en hij mag zich om geen tegenslag van Hem afwenden.
Hier geef Kempis aan dat we tegenslagen moeten kunnen accepteren en dat we ook als die zich voordoen, de liefde voor de ander moeten blijven ervaren en uiten.
Thomas a Kempis verbindt deze beelden over liefde en onvoorwaardelijkheid aan de liefde van en voor God. Maar in plaats van God kunnen we hier net zo goed Allah of de Profeet Mohammed noemen, of de Boeddha, of andere spirituele figuren die symbool staan voor hoe we als mensen met elkaar en met onze omgeving om moeten gaan. En als je het niet vanuit een religieuze of spirituele invalshoek wilt bekijken, kun je het zien als een menselijke beschouwing over de noodzaak en de kracht van onvoorwaardelijke liefde. Als we deze liefde kunnen inzetten in de zorg en ondersteuning van kwetsbare mensen, zal dit niet alleen hun kwaliteit van leven sterk verbeteren, maar we zullen er ook als hulpverleners zelf sterken en gelukkiger van worden.